BOEK: Doel2020. Het gevecht om Doel en de polder (door Jan Creve)

€ 24,- overschrijving op rek. nr. BE 26 4186 0588 9129 van Doel2020, vermelding van je adres en "Bestelling boek Doel 2020"

 
 

Handelingen Plenaire Vergadering van 05 november 2008

Doel zorgt voor politiek rumoer in Vlaams Parlement

Actuele vraag van de heer Jos Stassen tot de heer Kris Peeters, minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Institutionele Hervormingen, Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media, Toerisme, Havens, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, over de verklaringen van minister Bert Anciaux betreffende Doel en het Saeftinghedok

De voorzitter:

De heer Stassen heeft het woord.

De heer Jos Stassen:

Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister-president, heren ministers, geachte leden, regeren betekent beslissingen nemen. Het betekent echter ook durven nadenken over beslissingen die ver in de tijd reiken of een lange tijd nodig hebben om te worden uitgevoerd, en die ook in vraag durven stellen. Dat is wat minister Anciaux op zijn blog heeft geschreven. Destijds hebben we een beslissing genomen over het Saeftinghedok en Doel, maar ondertussen is er heel wat water door de Schelde gevloeid, en misschien moeten we er eens goed over nadenken de beslissing van toen te herzien, en, zolang er geen duidelijkheid is over het Saeftinghedok, het dorp Doel een nieuwe toekomst te geven. Dat is de stelling die minister Anciaux heeft geponeerd.

Hij is echter niet alleen. Gisteren heeft de heer De Meyer in de commissie een aantal duidelijke opmerkingen gemaakt. Hij stelde dat, als toch wordt gesproken over bijkomende infrastructuurwerken in en rond de havens, de toegang tot de havens moet worden verbeterd. Hij verwees naar de nieuwe sluis op het kanaal Gent-Terneuzen en de nieuwe zeesluis in de Waaslandhaven. Hij vindt dat dat voorrang moet krijgen op het grote infrastructuurwerk van het Saeftinghedok waarover iedereen het heeft.

Zowel minister Anciaux als de heer De Meyer heeft gelijk. Er zijn inderdaad heel veel opmerkingen gemaakt over het Saeftinghedok: heel veel ecologische opmerkingen, maar ook heel veel economische opmerkingen. Ik wil die economische argumenten zeer kort nog eens op een rijtje zetten. Vandaag is er in de Antwerpse haven ruimte voor het behandelen van 16 miljoen twintigvoetcontainers. De verwachting is dat er dit jaar in Antwerpen ongeveer 8 miljoen zullen worden behandeld. Dat betekent dat er eigenlijk nog net zoveel plaats is als wat vandaag wordt behandeld in de Antwerpse haven.

Ook is er sowieso nog meer ruimte, omdat de productiviteit op de containerkades stijgt. Het aantal containers dat per meter of hectare kaai wordt verhandeld, zal stijgen. In juni heeft het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen hier in de commissie gezegd dat dat niet meer mogelijk is. Die woorden waren echter nog niet koud of PSA heeft op zijn MSC-hometerminal een aantal nieuwe kranen gebouwd, die het mogelijk maken 5 percent of honderdduizenden containers meer te behandelen op die kade.

In Rotterdam, toch zeker geen slechte haven qua productiviteit, berekent men dat er sprake is van een productiviteitsstijging wat het aantal containers per hectare betreft met 2 percent. Rekenen we dat door naar Antwerpen, dan blijkt er economische ruimte te zijn voor het hoogste groeipercentage tot 2030. Dan kan er zelfs nog inbreiding zijn, bijvoorbeeld aan de Europaterminal of het Verrebroekdok. Zowel minister Anciaux als de heer De Meyer heeft dus gelijk: er zijn heel wat vragen te stellen over het Saeftinghedok. Er zijn heel wat argumenten om te stellen dat de bulldozers nog niet mogen uitrukken om Doel plat te walsen. Mijnheer de minister-president, wat is het standpunt van de Vlaamse Regering over deze kwestie en blijft u bij de loutere afbraak- en bulldozerpolitiek met betrekking tot Doel?

De voorzitter:

Minister-president Peeters heeft het woord.

Minister-president Kris Peeters:

Mevrouw de voorzitter, ik heb hier al meerdere malen geantwoord op vragen over Doel en het Saeftinghedok. Ik heb telkens onderstreept dat het om een zeer delicaat dossier gaat, dat met heel veel zorg en zorgvuldige communicatie moet worden behandeld.

Ik heb de tekst van minister Anciaux op zijn weblog gelezen. Ik meen dat u daar conclusies en vragen uit distilleert die daar niet in te vinden zijn, want minister Anciaux heeft uitdrukkelijk gezegd dat hij niet wenst terug te komen op de politieke beslissing. Hij formuleert zijn bedenkingen vanuit een grote bezorgdheid. Mijnheer Stassen, u zult niet gelukkig zijn, maar ik kan u heel eenvoudig zeggen dat de regering niet op haar beslissing inzake Doel terugkomt. Hoe gevoelig dat ook ligt, Doel heeft een uitdoofscenario. Ik wil niet ingaan op de geschiedenis. Iedereen hier kent die. Een stop-and-gopolitiek is dodelijk voor de inwoners. Ik zeg u in alle sereniteit: het uitdoofbeleid is beslist en blijft gehanteerd. (Opmerkingen van de heer Eric Van Rompuy)

Het moet als zeehavengebied worden bestempeld op basis van de toekomstige afbakenings-GRUP van Antwerpen. Er bestaat geen reden om daarop terug te komen.

Wat het Saeftinghedok betreft, zal er tijdens deze legislatuur geen beslissing worden genomen. Ik heb het al verschillende keren herhaald, ik wil dat hier nog eens herhalen. Dat kan niet meer binnen deze legislatuur. Resumerend: de Vlaamse Regering komt niet meer terug op haar beslissing. Die beslissing is gebaseerd op beslissingen van vorige regeringen over het uitdoofbeleid en de bestemming van zeehavengebied. De beslissing over het Saeftinghedok zal naar alle waarschijnlijkheid door de volgende Vlaamse Regering worden genomen.

De heer Jos Stassen:

Mijnheer Van Rompuy, u daagt mij uit. Op 15 mei 2000 is het volgende beslist inzake Doel: de leefbaarheid en leefkwaliteit blijft gegarandeerd totdat er een bouwvergunning wordt afgeleverd voor een nieuw dok. Dat is de beslissing waar ik nog altijd achter sta. Die zal ik blijven verdedigen, ik kan recht in de spiegel kijken. Zo lang er geen bouwvergunning is, blijft de leefbaarheid van Doel gegarandeerd. Zoek die beslissing maar eens op.

U hebt er iets anders van gemaakt. U laat het dorp leeglopen, u stuurt bulldozers en zo is er vanzelf geen dorp meer tegen de tijd dat we over het dorp Doel moeten beslissen. Dergelijke beslissing is nooit ofte nooit genomen onder paars-groen.

Mijnheer Van Rompuy, dat ben ik altijd blijven verdedigen. Ik kan iedereen recht in de ogen kijken. Voor ons was die koppeling tussen de bouwvergunning en de leefkwaliteit van Doel duidelijk. Daarom juist is het antwoord van de minister-president ontluisterend. Hij zegt: gegeven de beslissing van mei 2000 zal deze regering geen beslissing nemen over Saeftinghedok, en dus moet zij ook geen beslissing nemen over de toekomst van het dorp Doel. Schuif dat maar door naar de volgende regering. Die zal hopelijk wel een beetje luisteren naar de economische argumenten waarom het Saeftinghedok achterhaald is en welke andere oplossingen mogelijk zijn, met het behoud van het dorp Doel.

De voorzitter:

De heer De Meyer heeft het woord.

De heer Jos De Meyer:

Mevrouw de voorzitter, collega's, mijn betoog gisteren, dat gericht was tot de minister-president, was genuanceerder dan wat hier wordt verteld. De heer Stassen was daarbij trouwens niet aanwezig. Ik heb gepleit voor de tweede zeesluis voor de Oost-Vlaamse havens, met name de Waaslandhaven en de haven van Gent. Ik wil dat gerust overdoen, maar het was mijn pleidooi van gisteren.

Mijnheer de minister-president, ik heb u op 3 september een vraag gesteld over de woonkernen Prosperpolder en Oude Polder, en u bevestigde toen dat ze behouden kunnen blijven. Ik was daarom ook heel verrast dat de heer Stassen uw antwoord in vraag stelt en ik zou dan ook graag hebben, mijnheer de minister-president, dat u uw antwoord nogmaals bevestigt.

Wat Doel betreft, verwijs ik naar bladzijde 18 van het plan-MER. Daar staat in dat de mogelijkheid kan worden onderzocht of Doel kan worden voorbehouden en kan worden uitgebouwd als een site met beperkte niet-verblijfsfuncties. Ik zou het appreciëren dat we daarover van zodra er uitsluitsel over is, onmiddellijk worden geïnformeerd.

De voorzitter:

De heer Wymeersch heeft het woord.

De heer Frans Wymeersch:

Mevrouw de voorzitter, de heer Stassen heeft gelijk dat er in de oorspronkelijke beslissing die werd genomen, sprake van was dat Doel kan of mag blijven of dat de voorwaarden moeten worden gecreëerd om Doel te laten voortbestaan tot de afgifte van een bouwvergunning. Hij heeft daarover gelijk, ik kom daar niet op terug.

Maar, mijnheer de minister-president, wanneer u nu zegt dat wij de tekst van Bert Anciaux verkeerd interpreteren, dan heb ik daar mijn twijfels over. Ik was blij verrast dat minister Anciaux blijkbaar toch nog heldere en nuchtere en logische momenten kent in zijn redeneren, en dat hij blijkbaar toch op dezelfde golflengte zit als zijn partijgenoot, de heer De Cock, want die heeft ook altijd gepleit voor het verder laten bestaan van Doel tot er duidelijkheid is over het al dan niet aanleggen van het Saeftinghedok.

U verwijst naar het feit dat het een regeringsbeslissing blijft en u zegt te hebben gekozen voor een uitdoofbeleid. Mijnheer de minister-president, dit is geen uitdoofbeleid. Het is een afbraakbeleid en een uitdrijvingsbeleid dat wordt gevoerd met schuldige medeplichtigheid van de lokale bevoegde verantwoordelijken, het gemeentebestuur op kop, want die laat te kust en te keur bulldozers verschijnen om de mensen te verdrijven. Dit is geen uitdoofbeleid.

Ik kan de heer Stassen en de visie van minister Anciaux volledig bijtreden. Het is de logica en de nuchterheid zelf om zolang er geen duidelijk zicht is op de verdere ontwikkeling van het grondgebied Doel, de mensen er te laten wonen, te stoppen met de afbraakpolitiek en dit later opnieuw te bekijken. Als u andere hete aardappels naar de volgende legislatuur kunt doorschuiven, dan kunt u dat ook met dit dossier doen.

De voorzitter:

De heer De Cock heeft het woord.

De heer Dirk De Cock:

Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister-president, collega's, ik ben blij met de vraagstelling.

Mijnheer de minister-president, u zegt dat Doel zeehavengebied zal worden. Ik wil daar twee bedenkingen aan vastknopen. Doel is nu nog altijd woongebied. Ik wil u vragen om eens na te gaan wie van de interveniënten en wie van de belanghebbenden, van het grondgebied Doel geen zeehavengebied, maar industriegebied wil maken.

De haven is belangrijk, heel belangrijk, en indien het Saeftinghedok er komt, dan moet Doel weg, zonder meer, ik heb daar geen enkel probleem mee. Maar indien het Saeftinghedok er niet komt, pleit ik voor clementie. Ik pleit daar samen met mijn minister voor. Waarom? Ik pleit daarvoor omdat er zoveel andere mogelijkheden zijn. Doel zou zelfs een uithangbord kunnen zijn voor de haven, Doel als kunstenaarsdorp, Doel als dorp in de haven. De mobiliteit slibt nu al volledig dicht met de uitbreiding van het Deurganckdok.

Mijnheer de minister-president, ik heb maar heel weinig tijd, maar ik vraag echt wel een moratorium op de afbraak. Ik vraag om clementie voor dat dorp. (Rumoer/Applaus bij Groen!)

En ik vraag om heel goed na te denken. Ik vraag u om als blijkt dat we het grondgebied van het dorp niet nodig hebben, er ook geen woestijnlandschap van te maken. (Opmerkingen van de heer Eric Van Rompuy/Rumoer)

De heer Jos Stassen:

(Opmerkingen van de heer Eric Van Rompuy)

En als er morgen niets komt, dan is het dorp weg, afgebroken. Is het dat wat u wilt, mijnheer Van Rompuy? Er zal geen dok komen en ondertussen wordt het dorp afgebroken. Is het dat wat u wilt? Dat is blijkbaar de christendemocratische visie: een dorp afbreken zonder dat dat nodig is. Proficiat. (Opmerkingen van de heer Eric Van Rompuy)

De heer Frans Wymeersch:

(Rumoer)

Mijnheer Van Rompuy, bent u ooit al één keer gaan kijken in Doel? Hebt u al één keer met de mensen ter plaatse gesproken? Neen! (Rumoer)

De voorzitter:

De heer Peumans heeft het woord.

De heer Jan Peumans:

Mevrouw de voorzitter, ik stel voor dat de heer Van Rompuy in het vervolg gewoon het woord vraagt als hij wil tussenkomen, zoals iedereen dat hier doet. Ik hoor de minister-president ook soms opmerkingen maken waar ik het niet mee eens ben, maar daarom begin ik niet meteen te roepen.

Mijnheer de minister-president, uw collega minister Van Mechelen heeft in een interview met het blad Alfaport gezegd dat er in deze regering wél nog een aantal fundamentele beslissingen zullen worden genomen, onder meer over het Saeftinghedok. Ik wil daar graag eens duidelijkheid over krijgen. Wanneer valt nu eindelijk die beslissing over het Saeftinghedok? Dat is een fundamenteel gegeven in deze hele discussie.

Minister-president Kris Peeters:

Mevrouw de voorzitter, collega's, een dergelijk dossier moet met grote sereniteit en met de nodige kalmte worden benaderd, onder meer vanwege de delicaatheid van het dossier. Mijnheer Stassen, het is heel gemakkelijk om in dit dossier de emoties hoog te laten oplaaien.

Ik geef u één cijfer, collega's. Doel telde 645 oorspronkelijke inwoners. Vandaag zijn dat er nog minder dan 80. Dat komt omdat er in het verleden een beleid is gevoerd om de mensen te begeleiden om elders te gaan wonen. We moeten die politiek en die visie duidelijk doortrekken.

De Vlaamse Regering is met betrekking tot Doel niet tot een andere beslissing gekomen. En dat is ook niet aan de orde. Minister Anciaux stelt op zijn weblog duidelijk dat het om een idee gaat, en niet om een politiek statement.

De heer Carl Decaluwe:

Mijnheer de minister-president, u zou uw minister moeten vragen om zijn weblog op te doeken en zich enkel nog bezig te houden met zijn eigen bevoegdheden.

Minister-president Kris Peeters:

Mijnheer Peumans, ik ga ervan uit dat deze regering geen definitieve beslissing zal nemen over het Saeftinghedok. Mocht dat wel zo zijn, dan ga ik ervan uit dat u mij daarover zult ondervragen in dit parlement.

De heer Jos Stassen:

(Rumoer)

Mijnheer de minister-president, dit is geen idee, dit is wel degelijk een politiek statement. Ik beschuldig u bij deze van pure afbraakpolitiek en het voeren van de politiek van de verbrande aarde in Doel. (Rumoer)

U zult ervoor zorgen dat er in juni 2009 geen huizen meer zijn. Dan kan de volgende Vlaamse Regering vaststellen dat er geen dorp meer is en kan men het dok laten bouwen. U voert een pure afbraakpolitiek. U voert een pure politiek van verbrande aarde. (Applaus bij Groen!)

Minister-president Kris Peeters:

U doet aan plat populisme, mijnheer Stassen.

De voorzitter:

Het incident is gesloten.

► Zie ook de reactie van Doel 2020 op de onwaardige uitlatingen van de minister-president.